Nog een kleine 2 weken en dan staan de verkiezingen weer voor de deur. Ik hoef denk ik niet duidelijk te maken waar ik zelf sta, politiek gezien. Die keuze wordt voor een groot gedeelte ingegeven door sociale motieven, het klimaat en medemenselijkheid. Het belangrijkste motief zal echter wel duidelijk zijn, en dat is natuurlijk Kunst & Cultuur.
In deze blog wil ik dat graag koppelen een twee gesprekken die ik de afgelopen week heb gevoerd. Deze gingen om de vraag, of ik nog een docent voor koperen blaasinstrumenten kende. In beide gevallen stond die vacature al lang open. En ondanks mijn grote netwerk, kon ik niemand vinden die nog plaats had in zijn agenda.
De reden is voor mij duidelijk. Onze conservatoria worden door steeds minder studenten uit eigen land bezocht. Ik weet uit mijn onderwijservaring als mentor van een derde klas in het VO, dat ouders hun kinderen letterlijk weerhouden om te kiezen voor een kunstopleiding. Uitzonderingen daargelaten natuurlijk.
Dat gebeurt sinds 2012, toen Kunst & Cultuur het slachtoffer werd van flinke bezuinigingen en bovendien werd opgezadeld met een negatief imago. Nu, ruim 10 jaar later, zijn er dus steeds minder docenten die kinderen op kunnen leiden om trompet, viool, klarinet of tuba te leren spelen.
Als we niet oppassen staan we weer terug bij af, in de jaren 50 van de vorige eeuw, toen de bovenmeester in zijn vrije tijd er wat bijkluste voor een kruik jenever om kinderen muziek te leren. Kunst & Cultuur is geen hoofdthema bij de komende verkiezingen, maar ik geef dit graag even mee ter overweging.