Blog


Carnavalsmuziek

Voor de een is het ouderwetse hoempa, voor de ander een hippe beat met lokale tekst. Inmiddels heb ik zo ongeveer alle soorten wel voorbij zien komen (en horen ook trouwens). Het feest gaat hier in het zuiden in ieder geval alweer beginnen, en ook ik heb dit jaar mijn muzikale bijdrage wel weer geleverd.

Om te beginnen natuurlijk in Oeteldonk. We zijn al weer een aantal weken aan het repeteren met mijn arragangementen voor het Grand Gala du Kwek 2025. Overigens niet alleen mijn arrangementen natuurlijk, ook collega Sjef Ipskamp heeft weer de nodige input geleverd. Volgende week barst dat feest weer los in het Theater aan de Parade. Drie keer maar liefst en alledrie uitverkocht.

Een groot deel van dat programma bestaat uit originele Oeteldonkse carnavalsmuziek. Al dan niet in een modern jasje. Daarnaast spelen we ook wel bekende nummers uit het pop repertoire, maar die zijn dan wel voorzien van nieuwe Oeteldonkse teksten.

Natuurlijk heb ik ook in mijn eigen Kruikenstad weer van me laten horen. Sowieso doe ik samen met mijn maatjes van de oudste boyband van Kruikenstad, CV Confetti, altijd mee aan Zumme Zingen. Dit plaatselijke carnavalsliedjes-festival groeit elk jaar weer, en levert steeds meer leuke originele nummers op. Gewonnen hebben we deze keer niet, maar een hoop lol hebben we wel gehad.

Dat ik toch altijd een beetje bij de winnaars hoor, komt omdat ik degene ben die dat nummer mag arrangeren voor de hofkapel. Zij spelen het vervolgens op elke plek waar de prins van Kruikenstad binnenkomt. En ja, dat was dit jaar een beetje een uitdaging, want hoe laat je een DJ nummer goed klinken als het gespeeld wordt door een blaaskapel. Inmiddels mag ik de conclusie trekken dat dat gelukt is, gezien de reacties die ik al heb ontvangen.

En zo heb ik mijn bijdrage denk ik wel weer geleverd voor het carnaval in 2025. Voor iedereen die het gaat vieren, geniet ervan en maak er vooral samen een mooi feest van. Zoals in het nummer wat ik samen met Steven van Gils en Tommy Schollen in coronatijd maakte.

 

 

 

Sparrenhof

Het is alweer even geleden dat ik het er over had, maar ik ben natuurlijk ook nog een aantal uren per week aan het werk voor Sparrenhof. 2 jaar lang ben ik actief geweest als kartrekker voor Campus Sparrenhof. Dat was een proeftuin om zowel basis- als voortgezet onderwijs bestaande en nieuwe activiteiten te laten ondernemen op het landgoed aan de Bredaseweg.

In die jaren heb ik samen met mijn mede kartrekkers een fundament ontwikkeld voor Sparrenhof als pedagogische vrijplaats. Een concept waar ik vanuit mijn onderwijs achtergrond heel erg achter sta. Het gaat te ver om de volledige uitleg hier in deze blog te plaatsen, maar in het kort komt het er op neer dat kinderen en jongeren zichzelf kunnen zijn en zonder prestatiedruk zich kunnen ontwikkelen. Wie daar meer over wil lezen kan op deze link klikken.

Mijn voornaamste taak de afgelopen jaren was het verhaal over die pedagogische vrijplaats vertellen aan iedereen die het maar horen wilde. Daarnaast mocht ik kinderen en jongeren begeleiden die activiteiten deden op het landgoed. Dat varieerde van sponsorlopen, speurtochten en theaterdagen tot verkennen en onderzoeken. Ook werkte ik samen met studenten van o.a. de opleiding Docent Muziek en van Fontys Pedagogiek.

Het mooie van dit alles was om iedere keer weer te zien hoe zij allemaal op hun gemak waren in die rustige en natuurrijke omgeving. En dat is hoe het nu ook verder gaat. De proeftuinen van onderwijs, speciaal onderwijs en jeugd- en jongerenwerk gaan samen een programma ontwikkelen waar Sparrenhof als veilige haven om te ont-moeten en te ont-wikkelen centraal staat. Tot dat programma klaar is, is het mijn taak om Sparrenhof te blijven promoten, met als kernthema’s Natuur, Sport en Cultuur.

Het filmpje hiernaast is een lied uit mijn musical Hier adem ik vrij, over de geboorte van Willem III. En dat lijkt in eerste instantie niks met Sparrenhof te maken te hebben. Maar schijn bedriegt. De constante druk in het gezin van de koninklijke familie, zorgden voor een zeer gespannen verhouding tussen vader en zoon. Maar ja, in die tijd werd heel anders tegen de ontwikkeling van kinderen aan gekeken. 

 

 

Streaming

Als je heden ten dage je werk wereldkundig wil maken, kun je niet meer om streaming heen. Platforms als YouTube en Spotify bieden een immense hoeveelheid aan muziek. Vaak ook gratis te beluisteren, als je tenminste de nodige reclames voor lief neemt. Wat een verschil met een aantal jaar geleden.

Mijn eerste muziek beluisterde ik nog op singeltjes en Lp’s die ik thuis op een klein platenspelertje afspeelde. Al snel daarna kwam de muziekcassette en dat was meteen een revolutie. Want met zo’n ding kon je ook muziek opnemen vanaf de radio en dan hoefde je dus je zakgeld niet naar de platenzaak te brengen. Muzikanten klaagden steen en been, want dit ging ten koste van hun inkomsten.

De oplossing was dat er een vast bedrag werd geïnd over elk verkocht cassettebandje. Dat bedrag ging vervolgens naar Buma/Stemra die voor een eerlijke verdeling onder de auteurs zorgde. Ook met het verdwijnen van deze cassette en het verschijnen van de (opneembare) CD, kon dit systeem in stand blijven en werd het auteursrecht in ieder geval financieel voor een stuk beschermd.

De eerste echte problemen t.a.v. het auteursrecht kwamen toen muziek online gezet kon worden. Wie herinnert zich niet de site van Napster waar gratis muziek gedeeld kon worden. Voor de luisteraar natuurlijk fantastisch maar voor de componisten, auteurs en muzikanten een behoorlijke aderlating van hun inkomsten. En deze strijd is eigenlijk nooit meer opgehouden.

Als hedendaagse componist ben je je hier ten volle van bewust en ga je er eigenlijk al van uit dat je muziek bar weinig opbrengt, tenzij je natuurlijk een wereldhit scoort. Voor mij persoonlijk betekent dat, dat ik eigenlijk alleen in opdracht muziek schrijf. Je weet dan dat je sowieso een vergoeding voor je werk krijgt.

Qua auteursrecht is het nog wel een dingetje. Want de volgende ontwikkeling staat al weer voor de deur, namelijk AI. Formeel moet je toestemming geven als componist wanneer anderen je werk willen gebruiken. Vaak staat ook daar weer een vergoeding tegenover. Maar hoe dat gaat werken met de huidige technologie, is nog een groot vraagteken.

Maar goed, je wil als componist natuurlijk toch vooral dat je werk gehoord wordt. Daarom hiernaast het laatste deel van mijn Requiem. Luister er vooral naar, want dat levert mij weer 0,003 cent op!

Op de bok

Voor niet-muzikanten misschien een rare titel. In deze blog wil ik het hebben over dirigeren en de verhoging voor het orkest waar de dirigent staat, heet dus de bok. Nu sta ik de laatste tijd niet zo veel meer, want door de problemen met mijn evenwicht is staan best wel lastig geworden. Maar gelukkig heb ik een uitstekende kruk op maat waardoor ik toch mijn werk kan blijven doen.

Van al het werk dat ik doe, is dirigeren wel zo’n beetje datgene wat ik het langste doe. Al tijdens mijn opleiding leidde ik de repetities van bijv. carnavalsbandjes hier in Tilburg. Bij de Buntstekers heette dat dan gewoon de “trainer”. Een titel die ik kreeg van de toenmalige eigenaar van café Bet Kolen, Max Zoontjes.

Inmiddels ben ik heel wat harmonieën, jeugdorkesten, koren, musicalorkesten, big bands en projectorkesten verder. In de beginjaren waren het vooral verenigingen waar ik op de bok mocht staan. Het langste bij de Jeugdharmonie Orpheus, waar ik maar liefst 22 jaar het stokje zwaaide. Echter het feit dat de meeste orkesten op concours gingen, droeg er aan bij dat ik een hele tijd niet meer dirigeerde bij deze verenigingen. Mijn credo was namelijk “wedstrijden zijn voor paarden”, een uitspraak van de beroemde Hongaarse componist Bela Bartok.

Mijn dirigeerarbeid switchte daardoor naar de musicalwereld. Hier werkte ik vooral op projectbasis en met een mengvorm van amateurs en professionals in het orkest. Dit werk hield natuurlijk ook in, dat ik veel meer met zangers ging werken. Dit bracht mij ook op het pad van de big bands die met name in het pop genre speelden. En ook hier weer met zang uiteraard.

Na al deze omzwervingen ben ik uiteindelijk toch weer op de bok bij een harmonie beland. Wel eentje die niet aan wedstrijden deelneemt, want daarover is mijn mening niet veranderd. Wat ook niet veranderd is, is het werken met zangers. Want dat is wat bij mijn huidige orkest centraal staat.

Het werken met een vereniging brengt natuurlijk ook weer het werken met amateurs met zich mee. En dat geeft mij toch weer veel voldoening. Op het podium is het dan misschien niet altijd perfect zuiver, gelijk en in balans, maar de beleving van het publiek in de zaal maakt dat altijd weer meer dan goed. Ik kijk daarom alweer uit naar de 3 concerten in het kader van het Grand Gala du Kwek. Dat gaat weer een feestje worden.

Socials

Digitale media. We hebben er nogal wat van. De afgelopen weken waren ze ook volop in het nieuws en dan met name het bedrijf Meta met Facebook, Instagram en Whatsapp. Ook ik was verontwaardigd over het feit dat fact checking ineens werd betiteld als censuur. Mijn eerste reactie was om deze media dus maar de rug toe te keren.

Het platform X had ik om diezelfde reden al veel eerder verwijderd van mijn telefoon. Maar ja, ik moet dan wel eerlijk bekennen dat ik daar eigenlijk toch niet zoveel mee deed. En dat ligt met Facebook toch even anders. Wellicht leest u deze blog via dat medium, en dat verklaart al een beetje mijn reserves om Facebook helemaal uit mijn leven te bannen.

In een gesprek eergisteren had ik het er ook over, en ook daar waren toch de nodige nuances te horen. Het is natuurlijk ook maar net hoe je zo’n medium gebruikt. In dit geval dus duidelijk om informatie te zenden, en daar hopelijk mensen een plezier mee te doen. Nu deel ik mijn blogs ook via Linked in, dus ben ik niet afhankelijk van het bedrijf Meta, maar je wil je verhalen toch zo breed mogelijk delen.

Wat je wel gaat doen door al deze ophef, is nadenken over hoe je dat dan vroeger deed. Ik kan me de tijd nog herinneren dat ik geen mobiele telefoon wilde, want ik had toch een antwoordapparaat. De muziek die ik maakte was te koop op Cd’s, wereldwijd zelfs in het geval van The Dutch Tuba Quartet waar ik in speelde. Dat het bereik niet bepaald groot was, laat zich raden.

Ik vraag me wel eens af hoe het was geweest als we toen onze optredens op YouTube hadden kunnen zetten. Dat kwam ook doordat er afgelopen week een berichtje kwam in de groepsapp van Orchestre Infernal. Dat orkest bestaat al jaren niet meer, maar we houden via de app zo eens in de zoveel tijd nog contact. Slagwerker Paul van der Heijden plaatste een aantal filmpjes uit de oude doos op YouTube en eentje daarvan deel ik graag hiernaast.

Dus, wat ik nu precies ga doen, daar ben ik nog niet uit. Daar ga ik nog wat rustig over bomen. Mijn blogs zullen in ieder geval altijd wel ergens te lezen zijn.