Ik krijg die vraag best vaak. En heel raar is dat ook eigenlijk niet. Je komt me op de meest uiteenlopende plekken tegen. Op dagen en tijden die nooit hetzelfde zijn. En toch ben ik ook vaak thuis te vinden.
Dat laatste is niet zo vreemd. Want het antwoord op de vraag in de titel is meestal: muziek schrijven. En dat mag ik tegenwoordig toch wel mijn belangrijkste bezigheid noemen. Dat doe ik thuis in mijn studio achter in de tuin. Sinds een paar jaar een heerlijke plek om muziek te bewerken en te schrijven.
Daar bewaar ik ook allerlei spulletjes die herinneren aan wat ik in het verleden allemaal al geschreven heb. Bijzondere toi’tjes van mijn musicals. Lieve kaarten van mensen die ik begeleid heb, bijvoorbeeld bij hun examen. Grappige foto’s en mooie posters.
En als ik dat allemaal bekijk, dan duizelt het soms wel even. En dan sta ik stil bij wat ik allemaal al geschreven heb. Zowel arrangementen als composities. Ik ben ooit begonnen met een lijst bij te houden, maar het was best lastig om alles te duiden. Een volledige musical is natuurlijk veel meer dan één enkel arrangement van een liedje. Dus tel ik voor het gemak altijd de losse nummers.
Gisteren keek ik weer eens naar die lijst en zag ik dat ik inmiddels meer dan 650 titels heb geschreven. Daar zijn al heel wat uurtjes in gaan zitten. Het leuke is dat ik de laatste jaren ook vaak hoor dat mensen mijn muziek herkennen. Zowel mijn composities als mijn arrangementen. Een van de redenen is dat ik graag motieven terug laat komen.
Een van de bekendste motieven is natuurlijk het begin van de 5e symfonie van Beethoven. En toen kwam ik er achter dat ik die regelmatig gebruik. Het zat in een arrangement voor het Grand Gala du Kwek een paar jaar geleden. En ook in een arrangement van de afgelopen Proms. En ineens hoorde ik het ook terug in een arrangement dat ik ooit voor Kamerata Zuid schreef. Luister maar of je het kunt horen in het filmpje.
