Ron Antens
Rons Blog
Blog
Streaming
Als je heden ten dage je werk wereldkundig wil maken, kun je niet meer om streaming heen. Platforms als YouTube en Spotify bieden een immense hoeveelheid aan muziek. Vaak ook gratis te beluisteren, als je tenminste de nodige reclames voor lief neemt. Wat een verschil met een aantal jaar geleden.
Mijn eerste muziek beluisterde ik nog op singeltjes en Lp’s die ik thuis op een klein platenspelertje afspeelde. Al snel daarna kwam de muziekcassette en dat was meteen een revolutie. Want met zo’n ding kon je ook muziek opnemen vanaf de radio en dan hoefde je dus je zakgeld niet naar de platenzaak te brengen. Muzikanten klaagden steen en been, want dit ging ten koste van hun inkomsten.
De oplossing was dat er een vast bedrag werd geïnd over elk verkocht cassettebandje. Dat bedrag ging vervolgens naar Buma/Stemra die voor een eerlijke verdeling onder de auteurs zorgde. Ook met het verdwijnen van deze cassette en het verschijnen van de (opneembare) CD, kon dit systeem in stand blijven en werd het auteursrecht in ieder geval financieel voor een stuk beschermd.
De eerste echte problemen t.a.v. het auteursrecht kwamen toen muziek online gezet kon worden. Wie herinnert zich niet de site van Napster waar gratis muziek gedeeld kon worden. Voor de luisteraar natuurlijk fantastisch maar voor de componisten, auteurs en muzikanten een behoorlijke aderlating van hun inkomsten. En deze strijd is eigenlijk nooit meer opgehouden.
Als hedendaagse componist ben je je hier ten volle van bewust en ga je er eigenlijk al van uit dat je muziek bar weinig opbrengt, tenzij je natuurlijk een wereldhit scoort. Voor mij persoonlijk betekent dat, dat ik eigenlijk alleen in opdracht muziek schrijf. Je weet dan dat je sowieso een vergoeding voor je werk krijgt.
Qua auteursrecht is het nog wel een dingetje. Want de volgende ontwikkeling staat al weer voor de deur, namelijk AI. Formeel moet je toestemming geven als componist wanneer anderen je werk willen gebruiken. Vaak staat ook daar weer een vergoeding tegenover. Maar hoe dat gaat werken met de huidige technologie, is nog een groot vraagteken.
Maar goed, je wil als componist natuurlijk toch vooral dat je werk gehoord wordt. Daarom hiernaast het laatste deel van mijn Requiem. Luister er vooral naar, want dat levert mij weer 0,003 cent op!
Op de bok
Voor niet-muzikanten misschien een rare titel. In deze blog wil ik het hebben over dirigeren en de verhoging voor het orkest waar de dirigent staat, heet dus de bok. Nu sta ik de laatste tijd niet zo veel meer, want door de problemen met mijn evenwicht is staan best wel lastig geworden. Maar gelukkig heb ik een uitstekende kruk op maat waardoor ik toch mijn werk kan blijven doen.
Van al het werk dat ik doe, is dirigeren wel zo’n beetje datgene wat ik het langste doe. Al tijdens mijn opleiding leidde ik de repetities van bijv. carnavalsbandjes hier in Tilburg. Bij de Buntstekers heette dat dan gewoon de “trainer”. Een titel die ik kreeg van de toenmalige eigenaar van café Bet Kolen, Max Zoontjes.
Inmiddels ben ik heel wat harmonieën, jeugdorkesten, koren, musicalorkesten, big bands en projectorkesten verder. In de beginjaren waren het vooral verenigingen waar ik op de bok mocht staan. Het langste bij de Jeugdharmonie Orpheus, waar ik maar liefst 22 jaar het stokje zwaaide. Echter het feit dat de meeste orkesten op concours gingen, droeg er aan bij dat ik een hele tijd niet meer dirigeerde bij deze verenigingen. Mijn credo was namelijk “wedstrijden zijn voor paarden”, een uitspraak van de beroemde Hongaarse componist Bela Bartok.
Mijn dirigeerarbeid switchte daardoor naar de musicalwereld. Hier werkte ik vooral op projectbasis en met een mengvorm van amateurs en professionals in het orkest. Dit werk hield natuurlijk ook in, dat ik veel meer met zangers ging werken. Dit bracht mij ook op het pad van de big bands die met name in het pop genre speelden. En ook hier weer met zang uiteraard.
Na al deze omzwervingen ben ik uiteindelijk toch weer op de bok bij een harmonie beland. Wel eentje die niet aan wedstrijden deelneemt, want daarover is mijn mening niet veranderd. Wat ook niet veranderd is, is het werken met zangers. Want dat is wat bij mijn huidige orkest centraal staat.
Het werken met een vereniging brengt natuurlijk ook weer het werken met amateurs met zich mee. En dat geeft mij toch weer veel voldoening. Op het podium is het dan misschien niet altijd perfect zuiver, gelijk en in balans, maar de beleving van het publiek in de zaal maakt dat altijd weer meer dan goed. Ik kijk daarom alweer uit naar de 3 concerten in het kader van het Grand Gala du Kwek. Dat gaat weer een feestje worden.
Socials
Het platform X had ik om diezelfde reden al veel eerder verwijderd van mijn telefoon. Maar ja, ik moet dan wel eerlijk bekennen dat ik daar eigenlijk toch niet zoveel mee deed. En dat ligt met Facebook toch even anders. Wellicht leest u deze blog via dat medium, en dat verklaart al een beetje mijn reserves om Facebook helemaal uit mijn leven te bannen.
In een gesprek eergisteren had ik het er ook over, en ook daar waren toch de nodige nuances te horen. Het is natuurlijk ook maar net hoe je zo’n medium gebruikt. In dit geval dus duidelijk om informatie te zenden, en daar hopelijk mensen een plezier mee te doen. Nu deel ik mijn blogs ook via Linked in, dus ben ik niet afhankelijk van het bedrijf Meta, maar je wil je verhalen toch zo breed mogelijk delen.
Wat je wel gaat doen door al deze ophef, is nadenken over hoe je dat dan vroeger deed. Ik kan me de tijd nog herinneren dat ik geen mobiele telefoon wilde, want ik had toch een antwoordapparaat. De muziek die ik maakte was te koop op Cd’s, wereldwijd zelfs in het geval van The Dutch Tuba Quartet waar ik in speelde. Dat het bereik niet bepaald groot was, laat zich raden.
Ik vraag me wel eens af hoe het was geweest als we toen onze optredens op YouTube hadden kunnen zetten. Dat kwam ook doordat er afgelopen week een berichtje kwam in de groepsapp van Orchestre Infernal. Dat orkest bestaat al jaren niet meer, maar we houden via de app zo eens in de zoveel tijd nog contact. Slagwerker Paul van der Heijden plaatste een aantal filmpjes uit de oude doos op YouTube en eentje daarvan deel ik graag hiernaast.
Dus, wat ik nu precies ga doen, daar ben ik nog niet uit. Daar ga ik nog wat rustig over bomen. Mijn blogs zullen in ieder geval altijd wel ergens te lezen zijn.
Stijlenmix
Na alle feestdagen is het werk voor iedereen weer begonnen. Ook voor mij is dat te merken. Er ligt al weer een aardig stapeltje werk te wachten om gearrangeerd en gecomponeerd te worden. Het is dan ook onvermijdelijk dat sommige deadlines een beetje door elkaar gaan lopen. Dus rustig het een afwerken en daarna het volgende pakken, is geen optie.
Wat je dan krijgt is dat er allerlei muziekstijlen door elkaar gaan lopen. Zo ben je de ouverture voor een musical over de Tweede Wereldoorlog aan het bijschaven voor YouTube en in je blog. En meteen daarna moet het nummer van je vriendenclub CV Confetti nog even nabewerkt worden om op Spotify te zetten. Vervolgens sta je dat zelf op een podium in 013 te zingen.
Dat nummer, Keuzestress Prakkezeerpaniek, is een typisch voorbeeld van een traditioneel carnavalslied. Dat niet alle deelnemers op die avond nog in die stijl zingen bleek ook al snel. Dus was ik heel benieuwd wie er zou gaan winnen, want dat nummer mag ik zo snel mogelijk gaan arrangeren voor de hofkapel van Kruikenstad. De hele carnaval komen dan Prins Jan III en zijn gevolg op deze tonen binnen.
En die winnaar was allesbehalve traditioneel. “Zumme de dan mar doen” van De Nostalgieten dreunt op een lekker moderne manier je hoofd binnen. Volg de link van de titel en je kunt zelf horen wat ik bedoel. En in mijn hoofd moest dus nog maar een keer de knop om. Best lastig, want ik was net klaar met een bewerking van Ne me quitte pas van Jacques Brel.
Maar goed, na een chanson dus door met een soort van techno carnavals boemboem. Het resultaat zal binnenkort in Tilburg te horen zijn. En als dat arrangement af is schrijven we weer door voor het Grand Gala du Kwek in Oeteldonk. Ook carnaval, maar toch weer anders.
En na al dit arrangeergeweld had ik even wat behoefte aan rustige muziek. Misschien jullie als lezers ook wel. Daarom hiernaast even heel wat anders, namelijk het 3e deel van mijn Requiem. Voor een beetje rust in je hoofd.
2025
Allereerst alle lezers natuurlijk de allerbeste wensen voor 2025. Dat het maar een mooi jaar mag worden. Voor mij zal het moeilijk worden om het vorige jaar te overtreffen, maar toch staan er weer wat leuke projecten op de rol.
Om te beginnen natuurlijk mijn 4e musical alweer. Na Moordhoek, Cuypers en Hier adem ik vrij, zal in september Frontstad in première gaan. Het wordt mijn tweede productie in Roermond en zal te zien zijn in het Theaterhotel de Oranjerie. Voor de liefhebbers: kaarten zijn al verkrijgbaar. In het filmpje hiernaast een eerste tip van de sluier.
Verder zal in de loop van dit jaar meer duidelijk worden over de opvolger van Hier adem ik vrij. Er wordt al druk aan research gedaan en het bestuur van Stichting Muziektheater Tilburg is met een paar nieuwe bestuursleden al enthousiast aan de slag gegaan om diverse mogelijkheden te verkennen.
Maar het is niet alleen muziektheater wat de klok zal slaan het komende jaar. Als het goed is komt namelijk in het voorjaar nog een stuk van mij in première. Wat dat zal zijn en waar het gaat klinken houd ik nog even bij me, maar er zit een cryptische boodschap in dit stukje.
Zoals al eerder aangegeven zal het spelen wel een stuk minder worden de komende jaren. Maar helemaal stil is het niet. Met de meneertjes in de foto zijn we ook bezig om lekker losjes wat muziek te brengen in theatercafé-achtige sferen. Ik houd jullie op de hoogte als we voor de eerste keer openbaar gaan spelen.
En dan blijf ik natuurlijk ook in 2025 weer mijn orkest de Koninklijke Harmonie ‘s Hertogenbosch dirigeren en van de nodige arrangementen voorzien. De eerste resultaten daarvan zijn te zien en te horen bij het Grand Gala du Kwek. Komen kijken zal moeilijk worden, want alle drie de voorstellingen zijn zo goed als uitverkocht.




