Blog


Erfgoed

Vorige week kwam het bericht naar buiten dat Tilburg is genomineerd voor de BNG Erfgoedprijs. Dit jaar is het thema voor die prijs immaterieel erfgoed, het levend erfgoed dat gemeenschappen delen en doorgeven. Dat Tilburg genomineerd wordt komt onder andere door het verzamelen van verhalen uit het (post)koloniale verleden van Tilburg.

Als woordvoerder erfgoed in de gemeenteraad ben ik hier natuurlijk trots op. Maar er is nog een reden wat mij een extra gevoel van trots geeft. In 2019 was ik namelijk zelf immaterieel erfgoed. Eind 2018 startte het stadsmuseum de expeditie Erfgoedkaravaan. Negen initiatieven werden belicht die verbinding brachten in de stad. Mijn musical Moordhoek werd uitgekozen als Erfgoedkaravaan #4.

Het deed me terugdenken aan een heel spannende periode. Dit was mijn eerste grote muziektheater productie. En deze had in de aanloop al het nodige stof doen opwaaien. Wie maakt er nu in hemelsnaam een musical over de verkrachting van en moord op een jong meisje, Marietje Kessels? Niet iedereen in de stad was hier opgetogen over. Sommigen lieten mij dat ook weten.

Echter toen de productie eenmaal in het theater stond, verstomde de kritiek snel. Niet elke musical hangt van glitter en glamour aan elkaar en dat was bij Moordhoek dus ook niet het geval. Het mooiste compliment hierover kreeg ik van nazaten van de Tilburgse instrumentenmakersfamilie Kessels. Zij waren zeer positief en vonden dat de voorstelling met respect en integriteit was gemaakt.

Nu, zoveel jaren later en 3 producties verder, kan ik stellen dat eigenlijk elke musical die ik tot nu toe gemaakt heb wel iets met geschiedenis te maken heeft. De musicals over rijksbouwmeester Cuypers en Koning Willem II hebben op de planken gestaan. En in september gaat Frontstad over de laatste maanden oorlog in Roermond in première.

Deze week ben ik begonnen met het componeren van mijn vijfde musical. Een ding kan ik al wel verklappen. Het zal weer over iets historisch gaan. Wat precies? Dat houd je nog van me tegoed.

 

 

 

Favoriet

Een vraag die om de zoveel tijd weer de kop op steekt is: “Wat is eigenlijk jouw favoriete muziek?”. Een vraag die voor mij eigenlijk schier onmogelijk te beantwoorden is. Muzikanten zijn geneigd om bij zo’n vraag uit te gaan van de belevingswereld waarin zij zelf werkzaam zijn. Of wellicht werkzaam in hadden willen zijn.

Zo stond ik een aantal dagen geleden te praten met een violist van het Metropole orkest en liet ik mij ontvallen dat ik daar wel in had willen spelen. Maar ja, ik kwam er met mijn Tuba iets te laat achter dat ik lichte muziek eigenlijk ook wel heel leuk vond. Ik vond het repertoire van dat orkest gewoon ontzettend gaaf.

Tegelijkertijd genoot ik ook van de grote symfonien van Mahler en Bruckner. En ja, had ik misschien wat harder moeten studeren en audities moeten doen voor een symfonieorkest? Mensen die mij nog kennen van het conservatorium weten dat ik redelijk nonchalant fluitend door mijn opleiding ben gerold. Echt fanatiek ben ik daar nooit geweest en uren per dag studeren is me nooit gelukt.

Het voordeel van deze keuze destijds was dat ik heel veel dingen leuk vond. En dus ook met heel veel soorten muziek in aanraking kwam. Niet alleen als blazer, maar later ook als dirigent en arrangeur. Klassiek, Jazz, Funk, Dixieland, Modern Klassiek, Wereldmuziek, Pop, Rock, Filmmuziek, Musical, Theatermuziek, etc.

Maar ga me dus niet vragen wat mijn favoriet is, want ik kan dan echt niet kiezen. En als ik dan toch een keuze moet maken, dan is dat vaak een lied of een stuk waar veel dingen bij elkaar komen. En daar heb ik hiernaast een heel mooi voorbeeld van staan. Een Chanson gezongen tijdens een carnavalsconcert, met een tekst in het dialect maar vervolgens in een klein arrangement en mooi ingetogen begeleid.

Maar begin er volgende week niet over, want dat is het waarschijnlijk weer heel iets anders.

 

 

 

 

Het is af !!

Een paar weken geleden had ik het nog over de laatste loodjes, maar nu kan ik eindelijk zeggen…..hij is af. Mijn 4e musical Frontstad is klaar. Alle orkestbanden, vocal scores, partituren en partijen zijn af. Dat geeft weer een heel voldaan gevoel.

Het blijft altijd spannend om een volledige productie te componeren. Zeker voor iemand die toch voornamelijk op zijn gevoel schrijft. Het moet namelijk wel een geheel gaan vormen en tegelijkertijd moeten er ook zogenaamde tegenkleuren in zitten. Gelukkig voor mij blijkt mijn gevoel dan dusdanig te werken dat dat op de een of andere manier toch weer goed komt.

Een garantie daarvoor is natuurlijk het orkest en met name de samenstelling. Doordat die samenstelling bij de meer dan 20 nummers niet verandert, blijft het homogeen klinken. Daarnaast kies je ook in het orkest voor een paar hoofdrollen, net als in de cast.

Bij Frontstad is de hoofdrol overduidelijk voor de viool weggelegd. Mensen die de ouverture al eerder hebben gehoord, zullen dat herkennen. De viool wordt daarin ondersteund door de fluit en de klarinet. De tegenkleur wordt gevormd door de elektrische gitaar. Tot slot is de rol van de pauken en het slagwerk zeker niet onbelangrijk als het gaat om de dreiging die een oorlog met zich meebrengt.

Hiernaast een compilatie om een indruk te geven van de muziek. Dit is natuurlijk allemaal nog MIDI geluid. En hoewel de techniek tegenwoordig best goed is, blijft het een computer die speelt. Dat is toch wat anders dan een live orkest. Gelukkig gaat Frontstad straks gespeeld worden door een orkest van 11 muzikanten.

Om daarom een echt duidelijk beeld te krijgen, zit er maar een ding op. En dat is komen kijken en luisteren natuurlijk. Dat in september van dit jaar. Kaartjes zijn al verkrijgbaar en sommige voorstelling zitten zelfs al aardig vol. Wie weet tot dan?

 

 

 

 

Mei vakantie

Even een paar weken rustig aan doen. Dat kwam mij eigenlijk helemaal niet zo slecht uit. Sowieso lag er nog wat werk voor Frontstad op me te wachten. Want alles is gecomponeerd maar de orkestpartijen en partituren moeten nog uitgewerkt worden. En dat kan ik nu mooi even doen.

Daarnaast is rust ook nodig, want lichamelijk gaat het niet allemaal zoals het zou moeten. Het is inmiddels al weer ruim twee jaar geleden dat ik met spoed werd opgenomen in het ziekenhuis met een ontsteking in mijn evenwichtorgaan. Daarna is het eigenlijk nooit meer helemaal goed gekomen. Soms ging het wat beter maar dan volgde ook weer altijd een terugval.

Sinds vorige week weet ik wat er nu met me aan de hand is. Ik heb namelijk PPPD. En dat betekent Persisterende Positionele Perceptie Duizeligheid. Mijn hersenen corrigeren onvoldoende mijn beweging qua evenwicht waardoor ik continu het gevoel heb dat ik uit balans ben. Ik krijg nog wat testen om te kijken of er met revalidatie nog iets aan gedaan kan worden, maar ik moet er ook rekening mee houden dat dit blijvend is.

Gelukkig kan ik voor een groot deel mijn werk zelf indelen en dan is een paar weken wat rust dus wel even lekker. Voor de rest blijven we met goede moed al hetgene doen wat ik doe. Op zijn tijd even pauze, maar verder lukt dat wel.

Dus ook muziek schrijven gaat er niet onder lijden. En helemaal leuk is het dan als de komende dagen er weer van alles te horen is. Ik mocht een arrangement schrijven voor het koningsdagconcert  en ook mijn Requiem zal te horen zijn op 4 mei bij de Dodenherdenking. Als klap op de vuurpijl klinkt er nog iets moois in een verrassend arrangement op het Bevrijdingsconcert 5 mei in de Piushaven in Tilburg.

Wil je weten wat? Dan kun je het beste komen luisteren. Om in de stemming te komen hiernaast een stuk wat ik jaren geleden schreef voor dat bevrijdingsconcert.

 

 

 

 

1 jaar later…

De laatste dagen moet ik vaak terugdenken aan een jaar geleden. 17 april 2024, de generale van Hier adem ik vrij. Nog één keer de musical helemaal doorspelen voordat het publiek gaat horen en zien waar ik 6 jaar aan heb gewerkt. Ik weet nog dat dat voor mij toen een bijzonder emotioneel moment was.

Maar eerst even terug in de tijd. Na Moordhoek in 2017 was iedereen het er wel over eens dat die productie een vervolg moest krijgen. Een idee had ik ook al. Een rockmusical over Willem II en Anna Paulowna. Er kwam een script en liedteksten en ik sloeg aan het componeren.

Er kwamen audities en de cast ging in 2019 aan het repeteren. Tot die rampzalige dag in maart 2020. Ikzelf had al hoestend en proestend (wel op enige afstand) voor het orkest gestaan want er was een of andere virus losgebroken. Een week daarna kregen we de keiharde realiteit in ons gezicht gesmeten. Nederland ging op slot, theaters gingen dicht en er mocht ook niet meer gerepeteerd worden. Dat was 6 weken voor de geplande première.

Er kwam een nieuwe datum in het najaar van 2020, maar ook die kon niet doorgaan. Daarna was er nog even een opleving, maar het onoverkomelijke werd langzaam duidelijk. De cast werd ontbonden en het script en de muziek belandde op de plank. Wachtend op betere tijden.

En dan eindelijk gingen de theaters weer open in 2022. Maar de schade was groot. We moesten wachten want de professionele producties die waren uitgesteld, gingen eerst weer draaien. Bovendien waren er in zowel het bestuur, het artistieke team, de cast en het orkest de nodige gaten gevallen en die moesten eerst worden opgevuld.

Uiteindelijk hadden we een stip op de horizon. Hier adem ik vrij kon zich op gaan maken voor de première op 18 april 2024. Na 6 jaar werken zou ik eindelijk de reactie van het publiek mogen horen op mijn stuk. En ondanks de vele wisselingen in zowel het stuk zelf als het team dat er aan gewerkt had, had ik er alle vertrouwen in. En dat bleek terecht te zijn, getuige de prachtige recensie van Jace van de Ven

In het filmpje het nummer Opstand, een instrumentaal stuk. Deze muziek, gespeeld op de eerste orkestrepetitie, kwam in 2020 voor het eerst naar buiten op YouTube en gaat over in het uiteindelijke resultaat in de schouwburg 4 jaar later. Ik ga nog maar eens nagenieten de komende dagen.