Blog


Seizoensafsluiting (1)

Het is alweer juli, en dat betekent dat de theaters, verenigingen en scholen zo langzamerhand de pannen er op gaan gooien. Oftewel de zomerpauze breekt aan. Een mooi moment om even terug te blikken op het afgelopen seizoen.

Voor het eerst sinds Corona weer een volledig seizoen en dat heb ik geweten. Aan belangstelling niks te klagen en ook de nodige nieuwe dingen kwamen om de hoek kijken. Vandaar dat ik dat terugkijken over meer dan een blog spreidt. En deze is even volledig gewijd aan mijn vaste orkest, de Koninklijke Harmonie ‘s Hertogenbosch. De afsluitende BBQ is al geweest en was erg gezellig en het vizier is al op het volgende siezoen gericht.

En dat zal mijn tweede Promsconcert met deze club worden. De eerste was een spannende, aangezien het mijn eerste echte grote uitvoering was met dit orkest. Ook het tweede grote project was er eentje die niet onopgemerkt voorbij ging, namelijk het Grand Gala du Kwek. Een evenement waar heel Den Bosch voor uitloopt en wat de afgelopen jaren het handelsmerk is geworden van mijn orkest. Maar verder geen druk hoor……Ook niet omdat de nieuwe dirigent uit Kruikenstad komt en dus niet uit Oeteldonk.

Maar gelukkig mag ik gezien de vele positieve reacties concluderen dat het Gala een groot succes was en niet onder deed voor eerdere edities. Waar ik natuurlijk erg blij mee ben. Het laatste grote project was Opera op de Parade, en ook die was nieuw. Niet alleen voor mij, maar voor allemaal. En opnieuw trok het orkest weer ruim 2.000 bezoekers en maakte het alle verwachtingen meer dan waar.

Een bewogen seizoen voor de Koninklijke, maar zowel artistiek als qua publieksbereik een zeer geslaagd seizoen. We hopen weer veel mensen te zien op 27 en 28 oktober bij de Tweede Echte Bossche Proms.

Fair Pay…Fair Play

Fair pay, een artikel in het NRC heeft weer het nodige stof doen opwaaien. Het blijft in Nederland lastig om muzikanten die werken als ZZP’er een eerlijke beloning te bieden. Ook in mijn eigen gemeenteraad heb ik het de afgelopen week nog maar eens een keer aangehaald. Zowel bij het vaststellen van een nieuw evenementenbeleid als bij de opstart van een nieuw cultuurplan voor 2025-2028 in Tilburg.

Al jarenlang worden deze zzp’ers namelijk onderbetaald. Of dat nu letterlijk om minder loon of gage gaat, of dat het wordt gebracht met zinnen als “jaaa… maar het levert wel heel veel publiciteit op.” Inmiddels vindt bijna iedereen dat dit moet veranderen, ook de minister. Probleem is alleen dat niemand een antwoord heeft op de vraag waar dat geld dan vandaan moet komen. Lees vooral de link in de vorige alinea hierover.

En dan krab ik me als producent, componist, arrangeur en dirigent van vele amateur- musicalproducties ook wel eens achter de oren. Want ja, ook ik vind dat professionele musici eerlijk betaald moeten worden. En ja, die verantwoordelijkheid ligt gewoon ook bij mij. Maar hoe ga je dat geld bij elkaar harken als er voor amateurproducties bovengrenzen aan subsidies zitten, en je ook geen € 100,- voor een kaartje wil vragen?

En toch wil ik met een live orkest werken, want dat klinkt nu eenmaal vele malen mooier dan met een orkestband. Ik los dat dan maar weer op door met het schaamrood op de kaken, muzikanten uit mijn kaartenbakje te vragen of ze mee willen spelen voor een kleine onkostenvergoeding. En dat ik er natuurlijk alle begrip voor heb als ze nee zeggen, omdat ze in feite een dief zijn van hun eigen portemonnee. En met het verhaal dat dit een vergoeding is voor een goede amateurmuzikant. En dat ik het natuurlijk ook veel liever anders zou zien. En….en….en….

Wie het antwoord heeft mag het zeggen. Het antwoord van de minister is simpel: dan maar minder producties van de professionele gezelschappen. Maar hoe doen we dat met al die amateurs en hun fantastische hobby, die ook met een goed orkest willen spelen??  Mijn simpele antwoord is: geld erbij…maar of dat in elke gemeente zo wordt overgenomen?? Daarom applaus voor het orkest in de video. Ik voel me schatplichtig aan ieder van hen, dat ze dit voor mij en die onkostenvergoeding willen doen !!

Opera op de Parade

Opera op de Parade. De komende dagen staat opera centraal in het centrum van Den Bosch. En op zaterdag mag ik samen met de Koninklijke Harmonie ‘s Hertogenbosch daar mijn bijdrage aan leveren. Ik moet zeggen dat ik wel mijn wenkbrauwen optrok toen ik voor het eerst hoorde dat wij gevraagd werden om de Sing-a-long tijdens dit evenement te begeleiden. Begrijp me niet verkeerd, ik dirigeer een prima orkest, maar opera is nu niet bepaald het genre dat bovenaan het repertoire prijkt.

Maar onderweg naar komende zaterdag, bleek eens te meer hoe flexibel het orkest met dit genre omging. Dat gekoppeld aan een stukje eigen inbreng qua repertoire, zorgde ervoor dat er denk ik een mooie mix van muziektheater op de Parade te horen zal zijn.

En de kers op de taart zijn de solisten die de toeschouwers voor zullen gaan in de diverse koor- en solostukken. Marjolijn, Floris, Vincent, Anouk, Lois, Pien, Lotte en Louis, het was een genoegen om met jullie te werken tijdens de repetities, en ik kijk er naar uit om jullie te begeleiden op het podium.

Overigens bleek maar weer eens dat arrangeren voor een harmonie orkest met zangers niet altijd een eenvoudige opgave is. Een blaasorkest voelt zich prettiger bij andere toonsoorten dan zangers. Kwestie van mollen en kruizen, even voor de kenners. Wat er dan gebeurt, is dat er soms naar believen muziek wordt aangepast. Dat een zanger dan ineens 4 tonen hoger moet zingen, wordt dan voor lief genomen, en dat kan natuurlijk niet. Er waren dus wel de nodige aanpassingen voor nodig.

Als teaser hiernaast een compilatie van Moulin Rouge, muziektheater van deze tijd. En nee, deze spelen we niet komende zaterdag. Wat kunnen we wel verwachten? Onder andere het Slavenkoor, Nessum dorma, Summertime, Bloemenduet, O mio babbino caro. Maar ook Les Miserables en the Phantom of the Opera.

 

Lezen, luisteren of allebei??

Op het eerste gezicht misschien een wat rare titel. Als ik nu schrijver was, zou het kunnen gaan of je een gewoon boek moet kopen of een luisterboek. Maar ik ben natuurlijk muzikant en dan gaat het dus over muziek. Muziek lezen of muziek luisteren?

De reden dat ik met deze titel kom, is een artikel van mijn oud collega Jan van den Eijnden over dirigenten en harmonie/fanfare orkesten. Jan pleit o.a. voor meer waardering voor de docent/dirigent. Een pleidooi waar ik me op zich prima in kan vinden. Zeker gezien mijn janrenlange ervaringen bij een jeugdharmonie.

Sinds ruim een jaar sta ik zelf ook weer voor een harmonie orkest, en met veel plezier. En precies wat Jan aanhaalt in zijn artikel, is waar ik ook nog wel mee worstel. En dat heeft alles te maken met het feit, dat ik de afgelopen jaren eigenlijk hoofdzakelijk project orkesten heb gedirigeerd bestaande uit professionals en/of zeer goede amateurs. Dan ben je niet bezig met het instuderen an sich, maar meer met het uiteindelijke klankresultaat. Een heel andere manier van werken dan nu.

Dus ben ik inmiddels weer veel bewuster bezig met de diverse manieren van het instuderen van een stuk. Omdat ik naast dirigent ook arrangeur ben voor dit orkest, ben ik tijdens het schrijven al bezig met bedenken of het speelbaar is voor bepaalde groepen, en of het muzikaal ook voldoende tot uitdrukking komt. Dat helpt zeker bij een repetitie, maar dan nog steeds komt het ook neer op de nodige didactische en pedagogische vaardigheden van een dirigent.

En dan kom ik uiteindelijk tot de titel van deze blog. Ik maak mijn arrangementen altijd in Cubase. Een programma waarbij er ook meteen een redelijke goede geluidsopname in MIDI tot stand komt. Dat doe ik zodat de muzikanten een luistervoorbeeld hebben. Heel vaak merk ik namelijk dat amateurmuzikanten bovengemiddeld focussen op het lezen van de noten op papier (of tablet) en veel minder op hoe het moet gaan klinken. En juist het luisteren kan naast het lezen enorm helpen bij het instuderen. Bijvoorbeeld bij mijn arrangement in het filmpje hiernaast.

Kunst onder de sloot…

Ik hoor iedereen al denken: wat bedoelt hij daar nu weer mee? Nou, onder de sloot is eigenlijk een beetje een populaire benaming voor het gebied beneden de grote rivieren. En de reden dat ik deze titel koos heeft alles te maken met een artikel dat ik de afgelopen week in de krant las.

Het was een opinie stuk over het Vincent van Gogh museum in het bijzonder en het museumplein in Amsterdam in zijn algemeenheid. De schrijver van het opiniestuk vroeg zich af waarom dit museum zich in Amsterdam bevond, terwijl het leven van van Gogh in Nederland zich grotendeels had afgespeeld in Noord-Brabant. Nu gaat het mij niet zozeer om de verplaatsing van een museum, maar de opmerking in het artikel dat de gehele subsidie voor het Museumplein in Amsterdam net zo veel was als de totale subsidie voor de provincie Noord-Brabant, triggerde mij wel.

Allereerst moet ik zeggen dat ik geen voorstander ben van Calimero gedrag, ook niet als het gaat over de verdeling van gelden voor Kunst en Cultuur. Nederland is dusdanig klein in vergelijking met het wereldtoneel, dat een voorstelling of museum bezoeken in de Randstad geen obstakel hoeft te zijn. Maar het valt me wel op dat de Raad van Cultuur zelf al jaren pleit voor een meer evenwichtige verdeling van subsidies, maar dat dat keer op keer toch weer in het voordeel van de Randstad uitpakt. Ik geloof dat maar een kleine 20% van de gelden buiten de Randstad wordt toebedeeld. Als ik ernaast zit, please, let me know.

Als ik binnen mijn vakgebied van musical en muziektheater kijk naar het aandeel van de opleiding van Fontys hier in Tilburg bijvoorbeeld, dan mag je gerust stellen dat de kwaliteit van de afgestudeerden tot ver in Europa reikt. En dan is het vreemd dat al het subsidiegeld voor niet commerciële werkplaatsen in dit genre, bijna alleen maar in Amsterdam landt. Ooit hadden we hier de Nederlandse Musicaldagen, maar die zijn door gebrek aan fondsen al na 2 jaar gesneuveld.

Jammer…